Tuinomheining of -afsluiting


De omheining van je tuin heeft verschillende functies: de grens van je tuin afbakenen, behoefte aan privacy, een achtergrond voor de borders, de veiligheid van spelende kinderen, windbreker of zelfs de ‘lelijke’ tuin van je buren verbergen!

Eerst een stukje geschiedenis.
Het woord tuin is afgeleid van Oudnederlandse woord tuun, dat ommuurde of afgescheiden stuk grond betekende.
De natuurlijkste omheining bestaat uiteraard uit natuurlijke materialen. De vroegste tuinen, een moestuintje of akkertje werden omheind om vraat en vernieling van dieren te voorkomen. De rijke kloosterorden hadden (bak)stenen afsluitingen, de gewone man gebruikte meestal gevlochten wanden van takken van de wilg, hazelaar of meidoorn. Deze gevlochten afsluiting werd ook tuun genoemd.

Grotere stukken land werden ook met hagen en houtkanten afgescheiden. Een houtkant is een afscheiding die begroeid is met bomen en struiken die eens in de 3 tot 20 jaar tot de grond toe gekapt werd. De meest gebruikte soorten voor een houtkant waren els, es, wilg en meidoorn. In het Vlaamse landschap zijn houtkanten bijna verdwenen, in de Ardennen en de Gaume worden ze nog veel gebruikt.
Ook vlechtheggen werden dikwijls gebruikt: de takken van een jonge heg werden tot op 2/3 ingekapt en daarna horizontaal gebogen en vervlochten. Op die takken groeiden dan weer verticale scheuten enz.
De natuurlijke heggen, houtwallen en vlechtheggen werden na de Tweede Wereldoorlog massaal gekapt en vervangen door prikkeldraad…

Volgende keer bekijken we natuurlijke toepassingen voor de tuin van nu.



Leave a Reply