Waarom tuinieren?


Ik denk dat tuinieren in de genen zit, een aangeboren behoefte om iets te kweken, te zien groeien, te creëren. Vrienden vragen soms wel eens waarom ik zo gebeten ben om te tuinieren: er kruipt immers veel tijd en geld in.

Wel, ik vind de tijd goed besteed (behalve achter de grasmachine lopen, daar ben ik niet zo gek op). In de tuin bezig zijn is voor mij quality time, back to the basics, met je handen bezig zijn, wroeten in de aarde. Er is ook nog steeds de verwondering dat een kleine zaadje van een digitalis, kleiner dan een speldenknop, kan uitgroeien tot een uitbundig bloeiende plant van meer dan 2 meter hoog… Een van de geneugtes van de tuin: in de vooravond met een aperitief in de hand bekijken we onze borders en zien hoe alles groeit en evolueert en maken we plannen om in het najaar planten te verzetten, te verwijderen of een structurele verandering in een border aan te brengen.

Voor mij is een tuin een puzzel die nooit af is, het spelen met kleur, textuur, hoogte, perspectief, schaduw en licht, blijft een boeiend creatief proces. En ook een heel complex proces, want je moet niet enkel rekening houden met de factoren die ik hierboven opsomde, maar ook met grondsoort, vochtig of droog, wind, oriëntatie van de zon enzovoort.

Wij hebben in onze leefruimtes vrij grote ramen die uitzicht geven op de tuin, wel die ramen zijn in feite steeds veranderende schilderijen die je doen meeleven met de seizoenen, als je maar wilt kijken.

Samengevat, om het met de woorden van de mysterieuze Chance uit de prachtige film Being There te zeggen: I like to watch. In het kader van de tuin: I like to watch things grow.



Leave a Reply