Archive for January, 2006
Groenblijvende winterbloeier
Author: Antoon JaminéViburnum tinus is een groenblijvende struik met leerachtige bladeren tussen 3 en 10 cm groot.
Hij krijgt veel trossen wit-roze bloemetjes, die later blauwe bessen worden en hij bloeit tussen oktober en februari, een van de weinige struiken die voluit in de winter bloeien. De struik, inheems in het Middellandse- Zeegebied, maar ondertussen goed winterhard gekweekt, kan in de volle grond ongeveer 4 meter hoog en even breed worden.
Dit is een heester waar de laatste tijd een beetje denigrerend over geschreven wordt, maar laat je daardoor niet misleiden, het is een zeer attractieve plant die het prima doet in de border, om de winter wat meer groen en kleur te geven.
Vogels voederen
Author: Antoon JaminéDoor de aanhoudende koude van de laatste dagen kunnen de vogels best wat extra voeding gebruiken, tijdens vorstperiodes verbruiken ze sneller hun vetreserves om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Bovendien zijn de dagen korter om voedsel bijeen te zoeken.
Wij hebben al een tijdje 2 voederplaatsen in onze tuin. In onze catalpa hebben we een aantal vetbolletjes opgehangen en die worden druk bezocht door koolmezen en pimpelmezen.
Naast de boom staat een voedertafeltje met zaadjes en broodkruimels. Daar niet alle vogels op een voedertafel willen eten hebben we in onze border een plaats vrijgehouden voor een groot stuk leisteen waarop we voedsel plaatsen.
Naast mezen zien we vooral merels, spreeuwen, roodborstjes, lijsters en af en toe een houtduif. Mussen hebben we deze winter nog niet gezien. Vorige jaar waren er een paar, nu geen enkele. De reden???
Voor het voederen van vogels gelden een paar vuistregels:
- geen wit brood, dit bevat niet genoeg energie en kan de vogels een ‘vals’ voldaanheidsgevoel geven
- maak de voederplaats regelmatig schoon met heet water, de uitwerpselen van vogels kunnen schadelijke bacteriën bevatten o.a. salmonella
- let op voor katten, plaats de voedertafel om minimum 1,5 m hoogte
- geef ook niet teveel, voedsel dat blijft liggen kan bederven en ratten aantrekken.
Tuinarchitectuur part 5
Author: Antoon JaminéVandaag nog verder gegoogled op ‘tuinarchitectuur’: het niveau blijft bedroevend laag. Een verdere bespreking van alle foto’s die ik verzamelde zou even saai worden als de ontwerpen en foto’s zelf. Daarom laat ik me meeste beelden voor zichzelf spreken, met hier en daar een korte commentaar.
Nog een tip voor de tuinontwerpers, koop een goed digitaal toestel of neem een goede fotograaf onder de arm.
Dit zou ik als tuinarchitect niet op mijn site durven zetten.
Het Mallorca van de lage landen…
Ik dacht eerst dat het om een zwembad ging, maar de tuindesigner noemt het zelf ‘de verhoogde tuin’.
Op de website staat naast deze foto: Tuinaanleg xxxxx helpt u bij het verwezenlijken van uw droomtuin.
Nou moe!
De meeste tuinontwerpers maken een onderscheid tussen ’strakke tuinen’ en ‘vrije tuinen’. De ’strakke tuinen’ zijn blijkbaar in de mode, geef mij maar een ‘vrije tuin’ (domme naam als je het mij vraagt) met een gebalanseerde mengeling van borders, gras, verharding, vaste planten, bomen, struiken, groenblijvend en bladverliezend. Voor mij is kleur in een tuin heel belangrijk en dat mis ik in de meeste ‘hedendaagse’ ontwerpen, die enkel een variatie van groen kennen.
Tuinarchitectuur part 4
Author: Antoon JaminéLaten we op hetzelfde elan verder gaan en een foto bekijken van dezelfde site:
We zien hier weerom dezelfde buxusbollen, kleine vierkante grasveldjes. Maar het klinkerpad eindigt hier bruusk op een pleintje van blauwe hardsteen (?), als een tang op een varken. Merk ook rechts de piédestal op, hier moet misschien nog een palmier op komen te staan?? Of een bronzen beeldje?? Of??? Anyway dit is een absurde foto, net zoals de voorgaande foto: Ceci est un jardin.
Iets helemaal anders nu, een lange smalle tuin (7 x 35 m) werd helemaal opnieuw aangelegd.
De eerste foto is van mei vlak na het aanleggen van de tuin, de tweede van is van september.
Eerste vaststelling: hier is toch al iets meer groen te bespeuren, nog altijd geen bloemen. Het valt hier wel op dat deze mensen een grote behoefte aan terrasruimte hebben, een terras vooraan èn achteraan de tuin!
OK, onze parameters:
Schoonheid: hier zijn die schattige bolletjes weer! Het visgraatje in de bestrating is wel ok, van de rare draai in het parcours van de tuin word ik dan weer een beetje duizelig. Het tuinhuisje achteraan de tuin met een blinde ‘muur’ is dan weer spuuglelijk. En wat te denken van het opgehoogde vijvertje in de vorm van een trapezium, mèt kromme zijde? Brrrr.
Het aspect stevigheid lijkt wel in orde, hier is zodanig veel steen gebruikt dat het zaakje nog wel een tijdje zal meegaan.
Over de bruikbaarheid: als je graag een terrasje doet, dit is the place to be! Onderhoud valt reuze mee, enkel wat struiken snoeien en de grasmachine over het gazonnetje duwen.
Tuinarchitectuur part 3
Author: Antoon JaminéMet de wetenschap van de vorige blog in mind: tuinarchitectuur geeft binnen de grenzen van een omsloten terrein structuur, vorm aan het terrein en zoekt een compromis tussen schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid, heb ik op ‘tuinarchitectuur’ gegoogled in Vlaanderen en Nederland.
De resultaten waren bedroevend: zowel voor de websites zelf (een tuinarchitect zou toch ook een beetje designer mogen zijn) als voor de gerealiseerde projecten.
Over de websites zelf gaan we het kort houden: hier is nog veel werk aan de winkel, sommige zijn zelfs anti-reclame.
De inhoud wil ik uitgebreider bespreken aan de hand van foto’s van gerealiseerde projecten. Je denkt misschien dat ik banale of ronduit domme foto’s heb uitgezocht, maar dat is niet zo. Au contraire, een heleboel foto’s zijn zo wazig, slecht gekadreerd of slecht belicht dat ze niet in aanmerking kwamen om hier te bespreken, er is immers bijna niets op te zien.
Een eerste vaststelling: voor de meeste tuinarchitecten is architectuur belangrijker dan tuin. Ik vond veel structuren en steen, grind en hout en verbazingwekkend weinig planten en bijna geen bloemen.
Een voorbeeld
Een illustratie van de buxusbolletjes rage, zullen we nog tegenkomen! Wat voor een kneuterig gedoe is me dat hier. Bolletjes, vierkantjes, wit (!) grind, een klinkerpadje, een haagje en wat grasveldjes.
Schoonheid: ik weet het hier valt over te discussiëren, sommige mensen horen graag Danna Winner, anderen vinden Celine Dion een diva, soit we gaan hier geen woorden aan vuil maken.
Stevigheid: als de klinkers goed gelegd zijn zal het padje wel even meegaan, de kiezels zijn beslist niet te onderhouden, ze zullen groen worden van de algen, er komen bladeren en aarde tussen, met andere woorden dit wordt een zootje.
Bruikbaarheid: aan de haagjes en buxusbollen en grasveldjes zal veel onderhoud zijn. Dus erg bruikbaar is dit niet tenzij voor de tuinarchitect die hier misschien een onderhoudscontract uit de wacht sleept.
Volgende keer bekijken we nog wat foto’s…
Tuinarchitectuur part 2
Author: Antoon JaminéLaat ons even het woord tuinarchitectuur ontleden, te beginnen met de twee delen van het woord, tuin en architectuur.
De oorspronkelijke betekenis van tuin of tuun is de omheining (in eerste instantie een haag van snelgroeiende struiken of gevlochten twijgen) om een stuk grond waarop men groenten of siergewassen teelde af te bakenen, te beschermen tegen dieren en andere indringers.
Later werd de naam synoniem voor het omsloten terrein zelf.
Volgens de Romeinse militair en architect Marcus Vitruvius Pollio (±85—20 v. Chr.), bekend als auteur van een standaardwerk over de bouwkunst: De architectura, steunt de architectuur op drie principes: Schoonheid (venustas), Stevigheid (firmitas) en Bruikbaarheid (utilitas). Architectuur kan worden omschreven als de balans tussen deze drie elementen, waarbij niet een de anderen overheerst. Volgens de Oxford Dictionary is architectuur: de kunst of de wetenschap van het bouwen; iets dat gebouwd is, structuur; de stijl van het bouwen; constructie.
Als we we bovenstaande principes toepassen op tuinarchitectuur zouden we tot de volgende definitie komen: een tuinarchitect geeft binnen de grenzen van een omsloten terrein structuur, vorm aan dit terrein en zoekt een compromis tussen schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid.
Tuinarchitectuur
Author: Antoon JaminéBij de research voor deze blog en voor het het aanleggen van onze tuin, stoot ik af en toe op sites van tuinarchitecten die via plans en foto’s hun kunnen etaleren. Mij valt op dat veel tuinarchitecten hun ‘tuinontwerp’ als iets “af’ beschouwen. Iets dat telkens weer in hetzelfde keurslijf gegoten of gesnoeid kan worden. Het origineel ontwerp van de tuinarchitect wil men terug: de kant-en-klare tuin.
Dikwijls vergeet men dat een tuin een levend organisme is, de meeste struiken kunnen niet eeuwig op 1 meter hoogte worden teruggesnoeid, bomen worden groter, vaste planten blijven niet altijd op dezelfde plaats staan en kunnen na een paar jaar ook ‘te’ groot worden.
Voor mij is een tuin een levend organisme, dat voortdurend kan en mag evolueren. Ik denk ook niet dat het aangewezen is om een tuin ‘in één keer’ aan te planten, een tuin heeft een paar jaar nodig om tot ontwikkeling te komen. Borders kunnen op die manier ook een experimenteerruimte zijn. In onze vorige tuin kon ik geen ‘Delphiniums’ houden, na een zwak eerste seizoen waren ze verdwenen, blijkbaar was de bodem te nat of was er niet genoeg drainage. Nadat een tweede keer de ‘Delphiniums’ verdwenen waren, op een andere plaats in de volle zon, tja dan weet je dat ‘Delphiniums’ out zijn en kijk je uit naar een andere vaste plant met dezelfde hoogte, kleur ect. Dat werd dan ‘Campanula’ lactiflora, die deed het wel heel goed.
Zo krijgt met de jaren, na verplanten, weggooien, vermeerderen en natuurlijk ook wel snoeien, de tuin min of meer vorm, een flexibel geheel dat zich aanpast aan de toebemeten ruimte, zon en schaduw, bodemgesteldheid en last but not least de tuinier.
Klimophaag part 2
Author: Antoon JaminéAan iedereen een schitterend 2006 gewenst!
We zijn een tijdje uit roulatie geweest, maar de goede voornemens zijn er om in 2006 wekelijks 1 of 2 posts uit ons toetsenbord te tokkelen.
In het vorige berichtje had ik het over de voor en de nadelen van een klimophaag.
Nu wat uitleg over de aanplanting en het onderhoud.
Bij het opzetten van de Bekaertomheining waarin de klimop zal groeien, is het belangrijk om een stevige constructie te hebben, m.a.w. het is aangeraden om de verticale palen te verbinden met horizontale palen bovenaan. Een klimophaag vangt immers veel wind bij stormweer en indien je een lange en hoge omheining hebt zonder de bovenste horizontale palen, dan gaat je kostelijke omheining èn aanplanting gegarandeerd scheef hangen of zelfs tegen de vlakte.
Eenmaal de afsluiting stevig staat kan je er de klimop tegenaan planten, je moet rekenen op een plantje (of stekje) om de 25 cm om een mooie volle haag te krijgen. Plant bij voorkeur in de lente, zeker als je stekjes hebt.
Een van de sterkst groeiende klimopplanten is de ‘Hedera hibernica’ of Ierse klimop. Hoewel klimop vlug groeit is het aan te raden de klimopranken door de draad te weven, zo hebben ze van in het begin een “verankering”.
Hou er rekening mee dat klimop niet houdt van een natte sompige bodem, klimop groeit in het wild onder bomen. De eerste jaren zijn bemesting en compost geen overbodige luxe.
De haag snoeien of scheren doe je de eerste keer in april als de ergste nachtvorst voorbij is, je mag dan gerust fors terugsnoeien. De haag zal er dan een week of 3 wat “skeletachtig” bijstaan, maar daarna wordt je beloond met prachtige frisgroene bladeren.
Als alles goed gaat heb je dan na een jaar of 4 een mooie groene wand waartegen struiken en vaste planten goed uitkomen.